Bijgewerkt op: 6 augustus 2010
Het is belangrijk om je te realiseren dat de winst door een toename in Megapixels verhoudingsgewijs verloopt. Het verschil tussen 15 en 18 Megapixel is een toename van 3 Megapixel… wauw! Nou dat valt wel mee… Het is vooral te merken aan de bestandsgrootte van de foto’s.
Die 3 miljoen extra pixels gaan dus in de buitenrand zitten. Maar als je oude camera bijvoorbeeld 2 Megapixel was en de nieuwe 5 Megapixel, dan is het verschil veel beter merkbaar.
Waarom zou je kiezen voor meer pixels?
- Je kunt de foto groter afdrukken met dezelfde hoeveelheid pixels per inch (dpi).
- Je kunt verder inzoomen in de software waarin je de foto bewerkt of bekijkt.
- Je hebt meer ruimte (qua zoomen) om de foto te croppen om daarmee het onderwerp beter te kadreren en te vergroten (ideaal voor vogels, wildlife, etc).
- Een 24 Megapixel (voorbeeld) foto die verkleind is tot 12 Megapixel, is in de regel scherper dan een oorspronkelijke 12 Megapixel foto.
Dat laatste komt omdat een C-mos sensor zoals die in de meeste camera’s gebruikt worden een Bayer filter en interpolatie algoritme gebruiken om kleuren toe te kennen aan de pixels. Daarom zijn 100% zooms ook nooit helemaal vlijmscherp en is meestal wel iets aan softwarematige verscherping nodig. Maar daarom verlies je dus ook niet zoveel kwaliteit als je je foto’s iets “downsampled” (verkleind). Een 5184 x 3456 pixel foto verkleind tot 4000 x 2667 pixels is een behoorlijke bestandsgrootte verkleining, ook als je de foto als JPEG opslaat (4,27MB vs. 2,64MB in kwaliteit 10 Photoshop). Maar let nu eens op de details die je nog kunt zien, los van de grootte van het kader:
Valt mee he?
- De winst door de toename van het aantal Megapixels is gerelateerd aan wat je had. 15Mpx vs. 12 Mpx is niet zoveel verschil. 6Mpx vs. 3Mpx had meer nut.
- Maak nuttig gebruik van de pixels en gebruik ze gerust om te croppen (handig bij Wildlife om nog meer “zoom” na te bootsen) en wees niet bang om de foto’s iets te verkeinen. Vooral als je in RAW gefotografeerd hebt; bewaar de RAW in een archief en sla de JPEG na de bewerkingen en crops met een iets gereduceerde resolutie op. Behalve als je de pixels echt nodig hebt, voor bijvoorbeeld grote afdrukken.
- Heb je alles geschoten in het JPEG formaat? Laat ze dan liever in het oorspronkelijke formaat, omdat je zoveel mogelijk moet voorkomen dat je een JPEG afbeelding nogmaals comprimeert. Als je de foto toch al gaat bewerken, maakt het niet meer zoveel uit (hij moet dan toch al opnieuw worden opgeslagen).
- Ondanks bovenstaand pleidooi ben ik er wel voorstander van om de oorspronkelijke foto’s te bewaren in een archief/backup. Verkleinen is namelijk destructief en je kunt de weggegooide pixels niet meer terughalen. Terug kunnen vallen op het origineel kan soms nodig zijn. Daarom schiet ik bijna alles in RAW en converteer en verklein de foto’s op de PC voor de verspreiding en opslag. Je PC is je digitale DOKA! De RAW bestanden zijn dan de digitale negatieven. Ik brand de RAW bestanden op een DVD-tje als backup (mijn “envelop met negatieven”).
- Overdrijf niet met verkleinen. Een halvering van het aantal pixels zowel horizontaal als verticaal is een verdubbeling in afname van het totaal aantal (Mega)pixels. Dat is meestal teveel van het goede. Bereken met een rekenmachine gewoon eens hoeveel pixels je nog overhoudt (horizontaal maal verticaal; voorbeeld: 4000 x 3000 pixels = 12.000.000 pixels / 12 Megapixel).