Fotografie techniek: Scherptediepte (DOF – Depth Of Field)

Scherptediepte effect op korte afstand dankzij groot brandpuntsafstand
Scherptediepte effect op korte afstand dankzij groot brandpuntsafstand

De kat stond hier maar één meter van de bladeren, en toch zijn deze al onscherp. Dat kwam omdat de fotograaf juist erg dicht bij de kat zat en toch een redelijk groot brandpuntsafstand gebruikte.

Deze afname van scherptediepte kan ook een nadeel hebben in het geval je wel alles van de voorgrond tot de achtergrond onscherp wilt hebben. Het is vaak niet meer te corrigeren met het diafragma (kleiner diafragma / groter F-getal zorgt namelijk voor een grotere scherptediepte). Gebruik je een telezoom-, of een macrolens met een groot brandpuntsafstand? Let dan op de afstand tussen de objecten onderling die je allemaal voldoende scherp wil hebben. En als je dicht bij deze objecten bent (macro dus), dan is de relatieve afstand tussen de objecten onderling nog groter, ten opzichte van de afstand tussen jou en deze objecten. Daarom worden bij macrofotografie vaak hele grote diafragmawaarden (kleine opening) gebruikt, om deze relatieve afstand te kunnen overbruggen met voldoende scherpte.En dat gaat weer ten koste van de lichtsterkte.

Dit heeft allemaal effect op de scherptediepte:

  • Brandpuntsafstand (2x grotere brandpuntsafstand = 4x kleinere scherptediepte)
  • Sensorgrootte (des te groter de sensor in de camera, des te kleiner de scherptediepte) < je hebt op een grotere sensor meer brandpuntsafstand nodig om hetzelfde zoombereik te krijgen en dan kom je weer bij het vorige punt.
  • Diafragma (2x kleiner diafragma (groter F getal dus) = 2x grotere scherptediepte)
  • Afstand van jou tot het object (het gaat om het verschil tussen de afstand van jou tot het onderwerp en tussen de afstand van het onderwerp tot de achtergrond).

Je ziet dat de brandpuntsafstand de grootste invloed heeft op de scherptediepte. Des te groter de brandpuntsafstand, des te kleiner de beeldhoek. Dit fenomeen “vergroot” de achtergrond objecten en dus ook de achtergrond onscherpte. Lees hier meer over dat belangrijke fenomeen.

Tip: wil je met een klein diafragma (groot F-getal) toch een onscherpe achtergrond? Neem dan wat meer afstand en zoom wat in (vergroot de brandpuntsafstand). Dat is ook vrijwel de enige manier om met een compactcamera een achtergrond onscherp te krijgen. Dat komt door de kleine sensor: de kleine sensor betekent grote scherptediepte, wat je met het vergroten van de brandpuntsafstand wat kunt compenseren.

Even een paar feiten op een rijtje:

  • Een compactcamera heeft een grote scherptediepte vanwege zijn kleine sensor.
  • Een compactcamera heeft maar een heel klein brandpuntsafstand nodig om al een enorm zoombereik te krijgen. Vandaar dat die objectieven (lenzen) zo klein zijn.
  • Een full-frame sensor (35mm) heeft een kleinere scherptediepte dan een APS-C sensor, omdat deze groter is. Je hebt immers een grotere brandpuntsafstand nodig om hetzelfde zoombereik te krijgen.
  • Een APS-C sensor vergroot de brandpuntsafstand van een objectief (equivalente brandpuntsafstand) vanwege zijn kleinere formaat dan 35mm full-frame, maar de scherptediepte is toch groter vanwege deze kleine sensor dan de equivalente brandpuntsafstand op een full-frame camera. Voorbeeld: Op een Nikon APS-C camera wordt een 200mm objectief gemonteerd. Nikon’s APS-C sensor kent een crop factor van 1,5x, dus het equivalent van de brandpuntsafstand is 200×1,5=300mm. Dus op een 35mm full-frame (Nikon’s FX) moet je een 300mm objectief schroeven om hetzelfde zoombereik te krijgen. Maar toch is er een verschil: 200mm op een APS-C heeft een grotere scherptediepte dan 300mm op full-frame. Dat kan een voor of een nadeel zijn. Hangt van je toepassing af.
  • Gooi het diafragma open als je meer achtergrond onscherpte wil.
  • Vergroot bovenstaand effect door een camera te gebruiken met een grotere sensor en/of een grotere brandpuntsafstand.

Plaats een reactie


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.