Fotografie techniek: Cameradisplays, pixels en beeldverhouding

Bijgewerkt op: 13 februari 2011

De displays op digitale camera’s komen in verschillende formaten voor. Een veel voorkomend formaat is tegenwoordig ca. 3 inch diagonaal. Voor wat betreft technische specificaties zien we tussen camera’s onderling wel een aantal verschillen. Die zullen hier worden toegelicht.

Dit artikel is geschreven in 2011 en kan op sommige punten wat gedateerd zijn. Maar dat maakt het ook juist wel weer leuk, vooral als je de voorspellingen vergelijkt met wat we vandaag de dag daadwerkelijk hebben.

Formaat in inches

Staat voor de diagonale afmeting van het scherm. Als je dat zelf wil nameten, doe dan het volgende:

Meet met een liniaal van een hoek tot de andere hoek, schuin tegenover elkaar (zie afbeelding). Pas op voor krassen. Deel het aantal centimeters door 2,54 (1 inch is ca. 2,54cm) en je weet de maat in inches.

Schermdiagonaal
Schermdiagonaal

 

920.000 pixels in een 3 inch schermpje?

Hoe kan dat? Het gaat zelfs nog verder: De Canon EOS-550D en de 60D hebben een display met 1.040.000 pixels. Dat komt door de afwijkende beeldverhouding van 3:2, in plaats van 4:3. Maar daar komen we verderop op terug.

Sterk ingezoomd beeld van een display
Sterk ingezoomd beeld van een display

Een beeld op een display wordt opgebouwd met beeldpunten: pixels. Maar om alle kleuren te kunnen maken, wordt gebruik gemaakt van 3 subpixels per pixel: rood, groen en blauw (RGB). Zet deze drie subpixels tegelijk aan en je ziet een witte pixel. Zet alleen rood aan en je ziet een rode pixel. Combineer verschillende subpixels en je kunt een compleet kleurenpalet maken.

Heeft het display dus een resolutie van 640 x 480 pixels (VGA*), dan zijn dat dus 307.200 pixels, opgebouwd uit 3 subpixels is 921.600 pixels totaal. En dat is waar fabrikanten mee adverteren.

*) De eerste PC kleuren beeldschermen met wat meer grafische mogelijkheden hadden een resolutie van 640 x 480 pixels en werden aangeduid met “VGA”.

Het verschil met camerasensors.

Voor wat betreft de resolutie van deze displays is er een belangrijk verschil met de resolutie zoals die bij camerasensors wordt aangeduid. Bij displays worden zoals hiervoor al werd beschreven, alle subpixels geteld.

Camerasensors meten echter nog niet in RGB (rood, groen, blauw) waarden. Het is meer een analoog signaal. De vertaling naar RGB vindt pas in de camera plaats. Of in je RAW software als in RAW geschoten is. Maar om kleuren te onderscheiden worden kleurfilters gebruikt over een deel van de pixels van de camerasensor (bayerfilter). Door middel van slimme (interpolatie) technieken worden achteraf alle pixels van RGB waarden voorzien.

Maar het komt er kort gezegd op neer, dat bij camerasensors de lichtgevoelige cellen als enkele pixels worden geteld (zoals bij een grijswaarde). Een sensor met 4000 x 3000 lichtgevoelige cellen / pixels wordt dus aangeduid als 12 Megapixel (12.000.000 pixels). Eénmaal omgezet naar RGB, bevat zo’n foto dus eigenlijk 3 x 12 Megapixels aan informatie (rood, groen en blauw).

Beeldverhouding

verhouding
Verhouding 3:2 tot 4:3

We kennen allemaal wel de bekende 15 bij 10 cm foto. Dat is een verhouding van 3 staat tot 2 (3:2). Een traditionele maat uit de 35mm film tijd. En toen kwamen er ineens digitale camera’s. De PC schermen uit die tijd (eind jaren 90) waren vrijwel allemaal in het 4:3 formaat uitgevoerd. Die beeldverhouding is ook wel bekend van de ouderwetse TV standaard (al was die heel ietsje breder). Veel digitale camera’s namen deze 4:3 maat ook over. En dat formaat wordt nog steeds zeer veel gebruikt. Vooral bij compact camera’s en (micro)four-thirds systemen.

Spiegelreflex- en systeemcamera’s met een APS-C, APS-H, of full-frame sensor werken vrijwel allemaal met het 3:2 formaat.

Toch waren de displays op deze laatstgenoemde camera’s ook allemaal in het 4:3 formaat. Beetje vreemd, maar gezien het feit dat deze schermpjes een paar jaar geleden het formaat van een postzegel hadden, ook weer niet zo relevant. Fabrikanten gebruikten bovendien de overgebleven rand om informatie af te beelden. Nu de schermen groter zijn geworden, willen we geen rand meer zien en zie je nu langzaam maar zeker modellen op de markt komen met een 3:2 scherm. Canon is daar koploper in met de modellen 550D en 60D en heeft de resolutie verhoogd van 640 x 480 naar 720 x 480 pixels.

16:9 verhouding: HD video wordt opgenomen in het 16:9 formaat, die we ook wel kennen van breedbeeldtelevisie. Op bovenstaande schemen zie je dus een kleine rand boven en onder als je gaat filmen met je fotocamera. Maar zo nu en dan zie je op fotocamera’s schermen met deze 16:9 beeldverhouding. Als fabrikanten er dus voor kiezen om een 16:9 scherm te gebruiken, dan is dat dus gunstig voor de videofunctie. Als je daarop foto’s bekijkt, zie je kleine randen links en rechts. Het is allemaal marginaal en niet zo heel erg hinderlijk. HD video camcorders hebben bijna allemaal een 16:9 scherm, omdat deze primair voor video gemaakt zijn.

Hoeveel pixels heb je nodig?

Je ziet wel wat wisselende formaten, maar ze zitten allemaal tussen de 2,5 en 3,5 inch. Soms iets kleiner als dat fysiek noodzakelijk was (uitklapbaar, specifieke behuizing, etc). De resolutie verschilt wel veel meer. Dit zijn veel voorkomende resoluties (allemaal plusminus):

  • <230.000 pixels. <Lage resolutie schermen, die op verouderde camera’s zitten. Vroeger was dit al erg veel op zo’n klein schermpje. Maar de laatste – zeg 6 – jaren is de resolutie enorm toegenomen. Dan gaan we naar tegenwoordig:
  • 230.000 pixels. Dat is 320 x 240 pixels, gebruikt in het goedkopere segment. Hiermee kun je moeilijk handmatig scherpstellen en je kunt HD video niet goed beoordelen. Daarom zie je dit type scherm vooral op camera’s zonder video functie en op camera’s van zeer klein formaat.
  • 461.000 pixels. Het meest gebruikt in de betere compactcamera, of in het midden/lagere segment spiegelreflexcamera. Scherpte is redelijk te beoordelen en ook HD video is goed te doen, mits er sprake is van autofocus. Op een compactcamera is de scherptediepte veel groter, dus zal het scherpstellen niet zo’n probleem wezen.
  • 921.000 pixels. Dat is 640 x 480 pixels, gebruikt in steeds meer spiegelreflex en systeemcamera’s, maar ook in de duurdere compactcamera’s. Scherpte is zo hoog, dat onderlinge pixels nauwelijks meer te onderscheiden zijn met het blote oog. Handmatig scherpstellen is goed te doen, ook met HD video. Belangrijk voor camera’s met een grotere sensor, vanwege de kleinere scherptediepte.
  • 1.040.000 pixels. Dat is 720 x 480 pixels. Vrijwel hetzelfde scherm als bovenstaand, alleen dan iets breder (of minder hoog) vanwege de 3:2 verhouding.
Voorbeeld van een 461.000 pixel scherm
Voorbeeld van een 461.000 pixel scherm

Het kan nog gekker: De Iphone 4 heeft een beelschermresolutie van 960 x 480! Nog breder dus (3,5 inch diagonaal), vanwege de wens om 16:9 breedbeeld filmformaat te kunnen bekijken en om meer ruimte te bieden voor de applicaties (apps). Het aantal pixels per inch (326 in geval van de Iphone) ligt ongeveer gelijk aan de betere cameraschermen. En de totale resolutie vanwege het formaat dus zelfs nog hoger. Knap werk!

Naast zaken als kwaliteit, formaat, etc is het aantal pixels per inch is dus waar het om gaat. Zou je dat aantal pixels op jouw PC monitor afbeelden, dan krijg je deze vakken (geeft ook direct een indruk van de verschillen):

720 x 480 pixels op jouw monitor
720 x 480 pixels op jouw monitor

 

640 x 480 pixels op jouw monitor
640 x 480 pixels op jouw monitor

 

320 x 240 pixels op jouw monitor
320 x 240 pixels op jouw monitor

 

Amoled of LCD?

(AM)OLED is een nieuwe techniek, waarbij de pixels zelf het licht produceren (in simpele taal) met een speciale vorm van LED’s met organisch materiaal. Bij een LCD-TFT scherm is er sprake van een TL buisje of LED verlichting achter een raster met filters, aangestuurd door vloeibare kristallen (LCD). Wat is beter? Er is wat mij betreft nog niet echt een winnaar aan te wijzen. AMOLED schermen hebben de toekomst, vanwege de betere contrast en kijkhoek. Ze zouden bovendien minder energie verbruiken en zijn dunner te produceren. Maar op dit moment is er simpelweg nog niet zoveel keuzevrijheid. De meeste fabrikanten gebruiken LCD-TFT schermen. Ik zou eerder kijken naar de kwaliteit van het scherm in het algemeen, de specificaties en laat de camerakeuze leidend zijn.

Touchscreen?

Vreemd genoeg komt dat nog maar zelden voor: camera’s met een aanraakgevoelig scherm. Dat gaat wel steeds meer komen. Compactcamera’s hebben de aftrap genomen en nu zien we ook al een systeemcamera met een aanraak gevoelig scherm: De G2 van Panasonic. Er zijn handige nieuwe functies mogelijk met deze techniek. Neem bijvoorbeeld de functie “Touch Shutter” op de G2. Je klikt op het deel van het live beeld wat je scherp wil hebben en de camera stelt zijn focus op dat gedeelte in en neemt direct de foto. Ook de meest gangbare instellingen zijn te doen door op het scherm te drukken met je vingers.

Toch zal niet iedereen daarom staan te springen. Vooral professionele fotografen met een spiegelreflex camera kijken door de zoeker en gebruiken blindelings de aanwezige knoppen op de camerabody.

Uitklapbaar?

Heel handig als je veel met Live view werkt en de foto’s vanaf het display maakt. Het scherm kan alle kanten mee kantelen of draaien, wat je veel creatieve vrijheden geeft. Maar er was een probleem waar fabrikanten mee kampten: de 3 inch schermen waren te groot om ook nog eens in een houder te plaatsen in een kantelmechanisme. Dat zal voor compactcamera’s met een groot scherm dus wel een probleem blijven. Bij spiegelreflexen zien we een aantal trends. Sony koos ervoor om de schermen iets kleiner uit te voeren. Tegenwoordig wordt de rand steeds dunner, dus kan het scherm weer groter. Canon heeft op de EOS-60D en de EOS-600D het 3:2 scherm met een diagonaal van 7,7cm (3 inch) ook uitklapbaar gemaakt. Dat kan dus inmiddels prima op spiegelreflex camera’s.

Kijkhoek

De kijkhoek is zeer belangrijk om foto’s te kunnen beoordelen. Let vooral op de verschillen in helderheid als je de camera kantelt.

Gevoeligheid voor zonlicht

Binnen zie je nog een mooi plaatje van het scherm komen. Sta je buiten in de zon, zie je bijna niets meer! Speciale technieken en coatings moeten dat voorkomen. Moderne schermen zijn op dit vlak sterk verbeterd. Ook de helderheid is verbeterd de laatste jaren. Vaak kun je in het menu deze helderheid nog wat verhogen. Handig als je buiten in de zon foto’s moet maken, maar het gaat wel ten koste van de accuduur.

Krasgevoeligheid

Moeilijk even te testen, dus is het goed te weten dat fabrikanten geavanceerde coatings gebruiken om het scherm minder gevoelig voor krassen te laten zijn. Eventueel kun je ook een beschermende folie aanbrengen (te verkrijgen als accessoire vaak van andere fabrikanten). Dat laatste gaat ten koste van de beeldkwaliteit.

Plaats een reactie


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.